, [], J. VAN DALEN, Ouder en wijzer? Preek uit de kerkdienst van 16 mei 2004 in de Laurentiuskerk te Varsseveld
n.a.v. Johannes 21:18-19 (Petrus weer in dienst genomen)
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, [27]gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen [28]uitstrekken, en [29]een ander zal u [30]gorden, en brengen, waar gij [31]niet wilt. 27. Dit wordt gezegd naar de wijze van die volken, die lange klederen droegen, welke zij opschortten met een gordel, als zij ergens wilden heenreizen, of zich tot enig werk bereiden. Zie 2 Kon.9:1; Luk.17:8; hfdst.13 vs.4. 28. Namelijk om gebonden te worden. 29. Namelijk de scherprechter. 30. Dat is, banden en koorden, om gedood te worden. 31. Namelijk naar de natuurlijke genegenheid, die den dood altijd ontziet. Want anders heeft Petrus ook hetzelve gewilliglijk en met blijdschap geleden.